Wit-Rusland, de volledige naam van de Republiek Wit-Rusland, heeft een oppervlakte van 207.600 vierkante kilometer. Het is gelegen op de vlakten van Oost-Europa en grenst in het oosten en noorden aan de Russische Federatie, in het zuiden aan Oekraïne en in het westen aan Polen, Litouwen en Letland. Het is een geheel door land omgeven land zonder uitgang naar de zee en is de enige manier voor vervoer over land tussen Europa en Azië. De Euraziatische landbrug en de parallelle internationale snelweg Moskou-Warschau doorkruisen het grondgebied. Daarom heeft het de reputatie van "transporthubland". Er zijn veel heuvels in het noordwesten van het grondgebied en het zuidoosten is relatief vlak. Wit-Rusland staat bekend als het "land van de tienduizend meren". Er zijn 11.000 meren en ongeveer 4.000 grote meren. Het grootste meer van Narach heeft een oppervlakte van 79,6 vierkante kilometer. De belangrijkste rivieren zijn de Dnjepr, Pripyat en West-Duitsland. De Vina-rivier, de Neman-rivier en de Sorze-rivier, naast meer dan 20.000 grote en kleine rivieren kriskras door elkaar. Afhankelijk van de afstand tot de Oostzee zijn ze onderverdeeld in twee typen: landklimaat en zeeklimaat.

In de geschiedenis waren de Wit-Russen een tak van de Oosterse Slaven. Aan het einde van de 9e eeuw fuseerden de Russen en Oekraïners tot het Kievse Rijk en vestigden de feodale vorstendommen Polotsk en Turov-Pinsk. Van de 13e tot de 14e eeuw behoorde het grondgebied toe aan het Groothertogdom Litouwen. Sinds 1569 behoort het tot het Koninkrijk Polen en Litouwen. Opgenomen in het tsaristische Rusland aan het einde van de 18e eeuw. De Sovjetmacht werd opgericht in november 1917. Van februari tot november 1918 werd het grootste deel van het grondgebied van Wit-Rusland bezet door Duitse troepen. Op 1 januari 1919 werd de Wit-Russische Socialistische Sovjetrepubliek opgericht. Lid geworden van de Sovjet-Unie op 3 december 1922. Wit-Rusland werd in 1941 bezet door Duitse fascistische troepen en het Sovjetleger bevrijdde Wit-Rusland in juni 1944. Sinds 1945 is Wit-Rusland een van de drie lidstaten van de Sovjet-Unie geworden die zich bij de Verenigde Naties hebben aangesloten. Op 27 juli 1990 keurde de Opperste Sovjet van Wit-Rusland de "Verklaring van Soevereiniteit" goed en op 25 augustus 1991 verklaarde Wit-Rusland zijn onafhankelijkheid. Op 19 december van hetzelfde jaar werd het land omgedoopt tot de Republiek Wit-Rusland.

Nationale vlag: het is een horizontale rechthoek met een lengte / breedte-verhouding van ongeveer 2: 1. Het bovenste deel is een breed rood vlak, het onderste deel is een groene smalle strook en bij de vlaggenmast is een rood-witte verticale strook met etnische kenmerken. Wit-Rusland werd in 1922 een republiek van de voormalige Sovjet-Unie. Sinds 1951 is het patroon van de nationale vlag aangenomen: de linkerkant is rood met witte verticale strepen, het bovenste deel van de rechterkant is rood met een gele vijfpuntige ster, sikkel en hamer. Brede noedels, de onderste helft is een smalle groene strook. In 1991 werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. Eerst werd de driekleurige nationale vlag, bestaande uit drie parallelle horizontale rechthoeken van wit, rood en wit van boven naar beneden, aangenomen, en daarna werd de bovengenoemde huidige nationale vlag gebruikt.

Wit-Rusland heeft een bevolking van 9.898.600 mensen (januari 2003). Er zijn meer dan 100 etnische groepen, waarvan 81,2% uit Wit-Russen, Russen 11,4%, Polen 3,9%, Oekraïners 2,4%, Joden 0,3% en andere etniciteiten 0,8%. De officiële talen zijn Wit-Russisch en Russisch. Geloven voornamelijk in de orthodoxe kerk, en sommige gebieden in het noordwesten geloven in het katholicisme en de gecombineerde sekten van orthodox en katholicisme.

Wit-Rusland heeft een goede industriële basis, met relatief ontwikkelde machinebouw, elektronica, communicatie, instrumentproductie, metallurgie, petrochemie, lichte industrie en voedselindustrie; in laser, kernfysica, kernenergie, poedermetallurgie, optica, software, Sterke wetenschappelijke onderzoekssterkte in micro-elektronica, nanotechnologie en biotechnologie. Landbouw en veeteelt zijn relatief ontwikkeld en de productie van aardappelen, suikerbieten en vlas behoort tot de voorhoede van de GOS-landen. De Wit-Russische economie nam het voortouw onder de GOS-landen om zich te herstellen en het niveau van de voormalige Sovjet-Unie te overtreffen. Het BBP van Wit-Rusland bedroeg in 2004 22,891 miljard dollar, een stijging van 17% ten opzichte van 1991 en een stijging van 77% ten opzichte van 1995, toen de economie zich herstelde. In 2005 groeide het BBP van Wit-Rusland met 9,2% op jaarbasis.

Minsk: Minsk (Minsk) ligt aan de Svisloch-rivier, een zijrivier van de bovenste rivier de Dnjepr, ten zuiden van de heuvels van Wit-Rusland, met een oppervlakte van ongeveer 159 vierkante kilometer en een bevolking van 1,5 miljoen.

Minsk is niet alleen het politieke centrum van Wit-Rusland, maar ook een belangrijk transportknooppunt. Het is altijd een handelscentrum geweest dat de Oostzeekust, Moskou, Kazan en andere steden met elkaar verbond, en staat bekend als de "handelsstad". Nadat het in de jaren 1870 het ontmoetingspunt werd tussen Moskou en de spoorwegen van Brest en Lipavo en Romansk, ontwikkelden de handel en het handwerk zich enorm. Na de Tweede Wereldoorlog werd Minsk een belangrijk industrieel centrum van Wit-Rusland, met belangrijke industrieën zoals machinebouw, lichte industrie en voedingsindustrie.

Het centrale deel van Minsk is een administratief en cultureel district. Er zijn de Wit-Russische Academie van Wetenschappen, de Wit-Russische Universiteit, het Museum voor Geschiedenis en Topografie, het Monument van het Eerste Congres van de Russische Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, het Monument van de Grote Patriottische Oorlog en het Kunstmuseum. Wacht.